Huijser, ds. A.T. - Is er enig middel?
Hoe leidt de Heere Zijn Kerk tot de enige troost? Daar maakt Hij Zelf plaats voor. In Zondag 1 tekenen Ursinus en Olevianus eerst de rijke troost van hen die mogen weten dat ze voor rekening van Christus liggen. In de Zondagen daarna beschrijven de opstellers van de Catechismus als het ware met terugwerkende kracht langs welke weg zij daar gekomen zijn. Hoe leidt God Zijn volk in het stuk van de enige troost? Hoe wordt er plaats gemaakt voor Christus? Eerst moet de kwaal opengelegd worden voordat het geneesmiddel kan worden toegepast. Ursinus zegt: 'Wie zijn ellende niet kent, is ongeschikt om het Evangelie te horen.'Is er enig middel? In deze vraag wordt naar uitkomst gezocht, zonder aan Gods recht te willen ontkomen. Door het ontdekkende werk van de Wet worden Gods kinderen eerlijk gemaakt. Niet ten koste van het recht, maar op grond van recht zoeken ze 'wederom tot genade te komen'.Aan de hand van de Zondagen 1 tot en met 7 neemt ds. Huijser de lezer van stap tot stap mee in het onderwijs over de kennis aan de enige troost. Indringend laat hij zien hoe alleen in het verlies van al het onze de eeuwige zaligheid ligt. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met enkele gespreksvragen. Daarmee is het boek geschikt voor persoonlijk gebruik, maar ook om te gebruiken in verenigingsverband.